NIEMANDSLAND VAN STILTE
Over zeven zeeën van wachten, eb en vloed,
komt uit de verre verten een woord ons tegemoet;
een groet, met vreemde tekens geschreven in het zand,
het wordt alleen gelezen door wachters op het strand.
Over zeven zeeën van feiten uit de tijd
wordt ons uit ’t ver verleden een boodschap aangereikt;
een taal van hoop en zegen, een vogel in de hand,
een weldaad als de regen, die valt op dorstig land.
Over zeven zeeën van uitzien naar de dag
zal eens de hemel komen waarop de wereld wacht.
De vaders zullen zaaien, hun zweet valt in de voor;
de zonen zullen maaien, zo gaat het steeds maar door.
Naar: K. Pannekoek en P. Bruggeman

