Enige
en ongeziene God,
die woont
in het ontoegankelijk licht,
maar die ons zocht
met uw erewoord,
uitgesproken in een mens
uw Zoon,
die zich kennen laat
als Geest
die ons aanvuurt en beweegt,
open ook nu
onze ogen
en onze harten
voor uw aanwezigheid
en zet ons
op onze voeten,
zodat wij leven
vanuit uw nabijheid,
uw Zoon toegewijd,
bereikbaar voor elkaar.
(Naar: Sytze de Vries uit: “Bij gelegenheid (I)”)